Samenvatting Nectar Thema 1 “Onderzoeken”
Algemeen
Biologie = de leer van het leven
Afkomstig van de Griekse woorden bios (leven) en logos (leer/wetenschap)
- Dood = iets wat ooit geleefd heeft
- Levenloos = iets wat nooit geleefd heeft
- Levend = iets wat de 7 levensverschijnselen vertoont
7 levensverschijnselen:
- Bewegen
- Ademhalen
- Voeden
- Voortplanten
- Uitscheiden
- Groeien
- Waarnemen
1.1 Je binnenste
Van groot naar klein:
- Organisme = levend wezen
- Orgaanstelsel = groep van samenwerkende organen (bijv. ademhalingsstelsel, verteringsstelsel, skelet, bloedvatenstelsel, spierstelsel, zenuwstelsel)
- Orgaan = deel van een organisme met een of meerdere functies
- Weefsel = groep cellen met dezelfde vorm en functie
- Cel
Orgaanstelsel: |
Functie: |
Skelet |
Stevigheid, vorm, bescherming en beweging mogelijk maken |
Spierstelsel |
Bewegen |
Verteringsstelsel |
Voedsel kleiner maken en opnemen in het bloed |
Ademhalingsstelsel |
Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven aan de lucht |
Bloedvatenstelsel |
Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren/organen. Afvoeren van koolstofdioxide en afvalstoffen |
Cel bevat:
- Celkern > regelt alles in de cel en bevat DNA
- Cytoplasma > vloeistof in cel met opgeloste stoffen
- Celmembraan > vliesje om cel dat boel bij elkaar houdt
Leer ook bron 1 t/m 6
1.2 Waarnemen
Organisme = levend wezen
Determineren = het op naam brengen van een organisme
Gewervelden:
|
Huid |
Temperatuur |
Ademhaling |
Voortplanting |
Zoogdieren |
Haar |
Warmbloedig |
Longen |
Levendbarend |
Vissen |
Schubben |
Koudbloedig |
Kieuwen |
Eieren |
Reptielen |
Droge schubben |
Koudbloedig |
Longen |
Eieren met leerachtige schaal |
Vogels |
Veren |
Warmbloedig |
Longen |
Eieren (kalkschaal) |
Amfibie |
Slijmachtige huid |
Koudbloedig |
Jong: kieuwen en huid
Volwassen: Longen en huid |
Slijmachtige eieren |
Natuurgetrouwe tekening > nauwkeurige tekening met alle details
Schematische tekening > alleen de belangrijke hoofdlijnen/onderdelen getekend
Preparaat = voorwerp dat je bekijkt onder de microscoop
Microscoop onderdelen:
- Oculair = bovenste lens waar je doorheen kijkt
- Tubus = buis die het licht doorlaat naar het oculair
- Revolver = draaischijf waaraan de objectieven zitten
- Objectief =lens aan de revolver
- Tafel = hier leg je het preparaat op
- Preparaatklem
- Diafragma = draaischijf die de hoeveelheid licht regelt
- Grote stelschroef = hiermee kun je grof scherpstellen
- Kleine stelschroef = hiermee kun je fijn scherpstellen
Leer ook bron 4, 7 en 8
1.3 Onderzoek doen
Stappen van onderzoek:
- Onderzoeksvraag (wat wil je precies onderzoeken?)
- (Veronderstelling: wat verwacht je dat het antwoord is op je onderzoeksvraag?)
- Werkplan: Materialenlijst, methode en tijdsplanning
- Resultaten (verzamelen en verwerken in tekeningen en diagrammen/grafieken)
- Conclusie (wat is het antwoord op je onderzoeksvraag?)
Proefopstelling = hoe zet je je onderzoek precies op
Steekproef = als je niet alles gaat tellen maar een selectie maakt
Bij planten onderzoek je vaak een klein stukje van een gebied = proefvlak
Resultaten kun je verwerken in een:
- Tabel
- Staafdiagram
- Lijndiagram
- Cirkeldiagram (= taartdiagram)
Bestudeer ook bron 1, 7 en 8
Download/print hier de samenvatting "onderzoeken" als pdf-bestand |