Horizontaal |
1. | Een min of meer natuurlijk begrensd deel van de biosfeer |
3. | Bovenste laag van de bodem waarin veel organische en anorganische stoffen zitten |
7. | Een voor beeld van een abiotische factor |
8. | Dieren die prooidieren vangen en eten |
9. | Een voedselketen is opgebouwd uit ..... |
10. | Verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap |
11. | Individuen van het ene soort hebben voordeel, individuen van het andere soort geen voordeel/nadeel |
12. | Vorm van symbiose waar 1 soort duidelijk nadeel heeft |
13. | Concurrentie binnen een populatie |
15. | De maximale populatiegrootte die over lange tijd in een ecosysteem kan worden gehandhaafd |
16. | De volledige set genen van een organisme inclusief niet-coderend DNA
|
17. | Staan aan het begin van een voedselketen |
18. | Groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die een voortplantingseenheid vormen |
19. | Andere naam voor voedselweb |
20. | Ander woord voor begroeiing |
24. | Individu van een andere soort die een bepaald gebied binnendringt
|
25. | Dier dat aan het eind van de voedselketen staat
|
26. | Ecosysteem dat als eerste ontstaat in een onbegroeid terrein |
27. | Organisch afval van planten en dieren |
28. | ongeremde vermenigvuldiging van een bepaald soort organisme; oorzaak is vaak voldoende voedsel en geen natuurlijke vijand |
29. | organismen die onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen krijgen
|