Horizontaal |
1. | De kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt |
4. | Veraf wel goed zien, dichtbij niet |
6. | Een ............. prikkel is een prikkel waarvoor de prikkeldrempel van een zintuigcel het laagst is |
8. | Hierin liggen de zintuigcellen van het oog |
9. | Spiertjes die de lens platter kunnen maken |
10. | Geeft de blauwe of bruine kleur aan je oog |
12. | Zintuigcellen die kleur waarnemen |
13. | Een holle lens is een ....................... lens |
14. | Beschermt de zintuigcellen in het netvlies tegen een te hoge lichtintensiteit |
15. | De voorzetting van het harde oogvlies aan de voorkant |
19. | Het boller en platter worden van de lens |
20. | Komt uit in de blinde vlek |
21. | Vertroebeling van een ooglens |
22. | De ............... vlek liggen geen kegeltjes |
23. | Diepte zien |