Horizontaal |
1. | De citroenzuurcyclus vindt plaats in de .................. in de mitochondrien |
5. | Moeilijk woord voor remstof |
6. | warmbloedig |
8. | Een reactie waarbij energie vrij komt noemen we ....................... |
11. | De afbraak van organische moleculen |
12. | Bij dit proces ontstaat ATP, doordat een fosfaatgroep aan ADP gekoppeld wordt |
14. | Ander woord voor stofwisseling |
16. | Respiratoir Quotient |
17. | Eiwitten die reacties versnellen |
18. | In deze krebscyclus worden pyrodruivenzuur-moleculen verder afgebroken tot CO2-moleculen |
20. | Deze bacterie zet nitriet om in nitraat |
22. | Adenosinetrifosfaat |
23. | Zetmeelkorrel |
24. | Via deze stof scheiden mensen stikstof uit in hun urine |
25. | Als stoffen energierijke elektronen en waterstofionen hebben gebonden noemen we ze ........................ |
26. | In chloroplasten fungeert de stof ............... als elektronenacceptor |
27. | Proces waarbij twee glucose-moleculen in tweeen gesplitst worden, waardoor twee moleculen pyrodruivenzuur ontstaan |
28. | Stollen van eiwitten noemen we ook wel................ |
29. | Bewegingsenergie noemen we ook wel ................ energie |