Horizontaal |
1. | Een van de gehoorbeentjes |
3. | Bij een bolle lens zijn de lensbandjes .............................. |
7. | Geeft zuurstof en voedingsstoffen aan het oog |
8. | Je kleine hersenen zorgen voor de ................................. van de impulsen naar je spieren |
10. | In de gele vlek zitten veel ....................... |
11. | Stuurt impulsen van het oog naar de hersenen |
12. | Bepaald de kleur van je oog |
13. | Een geluidsgolf een lange golflengte hoort bij een .............. toon |
15. | Het aantal trillingen (geluidsgolven) per seconde |
17. | Deel van het centrale zenuwstelsel |
19. | Kringspier om de lens, die de lens boller kan maken |
20. | Reageert een zintuig op |
21. | Elektrisch stroompje met een boodschap |
23. | De buis van ......................... |
26. | Prikkel voor het oog |
28. | Het groter en kleiner worden van de pupil |
29. | Ligt tussen de hersenen en het ruggenmerg |
30. | Hoge tonen hebben een ............... golflengte |
31. | Ligt tegen het vaatvlies aan |