Voortdurend gaan werkzame enzymmoleculen bij een mens verloren. Dit verlies wordt gecompenseerd door aanmaak van enzywmmoleculen in lichaamscellen. Vier mogelijkheden voor het verloren gaan van enzymmoleculen worden genoemd:
1) Enzymen worden door de nieren uitgescheiden 2) Enzymen worden met de gal uitgescheiden 3) Enzymen worden in het spijsverteringskanaal verteerd 4) Bij de in het lichaam heersende temperatuur kan de structuur van enzymmoleculen slechts gedurende een beperkte tijd in stand blijven.
Welk of welke van deze mogelijkheden zijn inderdaad oorzaak van het verloren gaan van werkzame enzymmoleculen?
Welke binding(en) in bovenstaand deel van een eiwitmolecuul kan (of kunnen) worden verbroken door peptidase?
Welke van onderstaande beweringen over enzymen is juist?
Een enzym wordt bij het deelnemen aan een reactie verbruikt
Enzymen zijn voornamelijk opgebouwd uit koolhydraten
Een enzym kan slechts 1 bepaalde reactie beïnvloeden
De productie van enzymen in het lichaam is onafhankelijk van de door het lichaam opgenomen voedingsstoffen
In het diagram is het verband tussen zetmeelvertering en de temperatuur aangegeven. De getrokken lijn geeft de tijd aan die nodig is om een bepaalde hoeveelheid zetmeel te verteren. Welke van de vier stippellijnen geeft waarschijnlijk het verloop aan tussen de 40 en 60 graden Celsius?
1
2
3
4
In het schema stelt K een enzym voor en zijn N en M twee organische moleculen. Welke van de volgende uitspraken ten aanzien van dit schema is juist?
Het schema stelt een spijsverteringsproces voor
Als N en M aminozuren zijn dan stelt NM een dipeptide voor
Als N en M monosachariden zijn dan stelt NM een glucosemolecuul voor
Als N glycerol is en M een alkaancarbonzuur dan stelt NM een vetmolecuul (triglyceride) voor
De chemische verbinding, waarin een - COOH-groep, een -NH2-groep en twee H-atomen zijn gebonden aan 1 C-atoom wordt genoemd
een vet
een aminozuur
een eiwit
een suiker
Het enzym amylase dat in pancreassap van de mens voorkomt:
zet zetmeel om in een stof die gemakkelijk in het bloed kan worden opgenomen
voltooit de vertering van koolhydraten
zet glucose om in amylum
zet bepaalde polysachariden om in disachariden
Een echtpaar eet gedurende de maand december meer dan normaal en neemt daardoor sterk in gewicht toe. In die maand bevat hun voedsel een overmaat een eiwitten, koolhydraten en vetten. Bij onderzoek blijkt dat hun sterkte gewichtstoename grotendeels veroorzaakt is door het aanzienlijk dikker worden van de laag onderhuids vetweefsel.
Uit welke stoffen in hun voedsel kan direct of indirect het vet zijn gevormd dat zich nu onder hun huid bevindt?
alleen uit vetten
alleen uit eiwitten en vetten
alleen uit koolhydraten en vetten
uit eiwitten, koolhydraten en vetten
Van de aminozuren die bij een koe in de dunne darm worden geresorbeerd, is een deel niet rechtstreeks afkomstig uit het voedsel. Over de herkomst van deze aminozuren worden drie uitspraken gedaan:
1) deze aminozuren zijn afkomstig van dode darmwandcellen 2) deze aminozuren zijn afkomstig van bestandsdelen van spijsverteringssappen 3) deze aminozuren zijn afkomstig van bacteriën die in het darmkanaal leven
Welke van deze uitspraken kan of welke kunnen juist zijn?
alleen 1
alleen 1 en 2
alleen 1 en 3
1, 2 en 3
Eiwitten worden verteerd door
speeksel en darmsap
gal en maagsap
alvleessap en gal
maagsap en alvleessap
Het begrip spijsvertering is het best te omschrijven als
de verbranding van voedsel, waardoor energie vrijkomt
de opbouw van eiwitten uit voedsel
het afbreken van grote moleculen, zodat er kleinere ontstaan
het veranderen van voedsel in stoffen, die worden opgeslagen
Welke van onderstaande stoffen worden bij de mens gewoonlijk zonder vertering door de wand van de dunne darm in het bloed opgenomen?
In de dunne darm en in de dikke darm spelen zich een aantal processen af, zoals:
1) afgifte van enzymen aan het voedsel 2) kneedbewegingen 3) activiteit van bacteriën
Welk(e) van deze processen zal (zullen) leiden tot een toename van de hoeveelheid stoffen, die geresorbeerd kunnen worden?
alleen 1
alleen 1 en 2
alleen 1 en 3
1, 2 en 3
Twee onderdelen van het spijsverteringsstelsel zijn de twaalfvingerige darm en de galbuis.
1) Gaat de twaalfvingerige darm door het middenrif? 2) En de galbuis?
De eiwitten uit vlees, vis, eieren en melk worden wel 'hoogwaardige eiwitten' genoemd.
Waarom noemt men deze eiwitten 'hoogwaardig'?
Deze eiwitten hebben een hoge verbrandingswaarde
Deze eiwitten bevatten alle essentiële aminozuren
Deze eiwitten bestaan uit extra lange ketens aminozuren
Deze eiwitten bevatten veel meervoudig onverzadigde vetzuren
Van welk(e) depôt(s) worden reservestoffen het eerst aangesproken bij een krachtsinspanning?
van bindweefsel rondom inwendige organen
van geel beenmerg
van lever en spieren
van onderhuids bindweefsel
Welke uit het darmkanaal opgenomen stoffen worden door lymfevaten verder getransporteerd?
Bij welke van de volgende maaltijden kun je verwachten dat een mens grote hoeveelheden ureum zal produceren?
patates-frites met mayo
brood met jam
aardappelen met sla
rijst met kip
Spijsverteringsklieren scheiden sappen af die vaak meer dan 1 functie hebben. Zulke functies kunnen zijn:
1) emulgeren van vetten 2) doden van bacteriën 3) vertering van koolhydraten 4) vertering van eiwitten
Het sap door de maagwand afgescheiden heeft o.a. de functie(s):
Vier beweringen over de spijsvertering zijn:
1) maagsap bevat een enzym dat eiwitten verteert 2) toevoeging van maagsap aan de spijsbrij verhoogt de pH daarvan 3) alvleessap bevat een enzym dat eiwitten verteert 4) resorptie van stoffen vindt alleen plaats vanuit de dunne darm
Welke beweringen zijn juist?
1 en 2
1 en 3
2 en 4
3 en 4
1 en 4
Speekselamylase, afgegeven in de mond, zal in de twaalfvingerige darm geen zetmeel verteren doordat
speekselamylase in de maag wordt gehydrolyseerd
speekselamylase niet specifiek is voor zetmeel in de twaalfvingerige darm
de pH in de twaalfvingerige darm te laag is voor een optimale werking van speekselamylase
de temperatuur in de twaalfvingerige darm te hoog is voor de optimale werking van speekselamylase
Het verslappen van de sluitspier van de maag (maagportier) wordt bevorderd wanneer:
NaHCO3 in de twaalfvingerige darm in overmaat aanwezig is
HCl in de twaalfvingerige darm in overmaat aanwezig is
de wand van de twaalfvingerige darm wordt uitgerekt
door de werking van lipase vetzuur in de twaalfvingerige darm ontstaat
Over de verwerking van verschillende voedingsstoffen in het lichaam worden de volgende uitspraken gedaan:
1) spijsverteringssappen bevatten enzymen voor de vertering van alle soorten koolhydraten, maar niet voor de vertering van alle soorten eiwitten 2) eiwitten kunnen in het lichaam bouwstenen leveren voor de vorming van koolhydraten 3) dissimilatie van 1 gram vetten levert evenveel energie als dissimilatie van 1 gram koolhydraten
Welke uitspraak is of welke zijn juist?
alleen 1
alleen 2
alleen 3
alleen 2 en 3
Een leerling doet het volgende experiment: hij onderzoekt een droog stuk witbrood met I2-oplossing (Jood). Het brood werd zwart-blauw. Daarna kauwde hij een tweede stuk witbrood fijn en onderzocht het met Fehlings-reagens. Het gekauwde stuk werd rood-oranje. Daaruit concludeerde hij, dat wanneer een stuk brood wordt gekauwd, zetmeel in suiker veranderd.
Een fout in de handelswijze van de leerling was dat hij vergat:
het gekauwde brood op zetmeel te onderzoeken
het droge stuk brood op eiwitten te onderzoeken
het droge stuk brood op suiker te onderzoeken
de ouderdom van het stuk brood mee in ogenschouw te nemen
Het hormoon insuline is een eiwit. Indien iemand een tekot aan insuline heeft, kan dit tekort worden aangevuld door dit hormoon in te spuiten. De concentratie van insuline in het bloed kan niet worden verhoogd door dit hormoon via de mond in te nemen. De verklaring hiervoor is dat:
insuline in het darmkanaal wordt verteerd
insuline de werking van de lever beïnvloedt en niet die van het darmkanaal
insuline, direct na opname in het bloed vanuit het darmkanaal, in de lever komt, waar het wordt afgebroken
toename van de insulineconcentratie in de dunne darm de afgifte van insuline door de alvleesklier remt
Een bepaald eiwitverterend enzym dat door de alvleesklier wordt geproduceerd, komt in inactieve vorm in de twaalfvingerige darm. Een activator daar stimuleert de omzetting van het enzym in actieve vorm.
Welk voordeel heeft afgifte in inactieve vorm van dit enzym?
Op deze wijze worden minder aminozuren verbruikt
Op deze wijze wordt de afgifte van teveel alvleessap voorkomen
Op deze wijze worden de cellen van de alvleesklier niet aangetast
Op deze wijze worden de cellen van het slijmvlies van de twaalfvingerige darm niet aangetast
Maagsap bevat:
Bij een experiment worden verschillende stoffen verdeeld over 4 reageerbuizen.
In welke reageerbuis zal zetmeel het snelst worden afgebroken?
in buis 1
in buis 2
in buis 3
in buis 4
Aan een reageerbuis gevuld met een maltose-oplossing van 0 °C wordt een enzym afkomstig van een zoogdier toegevoegd om maltose om te zetten in glucose. De inhoud van de buis wordt al roerend langzaam tot 80 °C verwarmd.
Welke grafiek kan aangeven hoe het glucosegehalte in de buis verandert?
1
2
3
4
In de figuur wordt het verband weergegeven tussen de temperatuur en de snelheid van een reactie die door een enzym wordt beïnvloed. In figuur 2 wordt met grafiek S het verband weergegeven tussen de pH en de reactiesnelheid bij temperatuur Q.
Het verband tussen pH en reactiesnelheid bij temperatuur P kan worden weergegeven door grafiek:
R
S
T
U
Van welke voedingsstof is de afbraak weergegeven in de afbeelding?
eiwit
glycogeen
vet
zetmeel
aminozuur
De tekening stelt het spijsverteringsstelsel voor. Op welke plaats of op welke plaatsen worden enzymen gevormd, die wat hun activiteit betreft, afhankelijk zijn van de zuurgraad van hun milieu?
alleen op plaats 1
alleen op plaats 2
alleen op plaatsen 2 en 3
op de plaatsen 1, 2 en 3
Op welke van de aangegeven plekken in de darmvlok is het zuurstofgehalte het hoogst?
1
2
3
4
Stoffen die nodig zijn voor de vertering van vetten kan men aantreffen in:
Q, P en O
Q en P
P en O
alleen P
1) Is bij q opname van glucose in het bloed mogelijk? 2) Is de concentratie van glucose in het bloed bij 2 hoger dan die in het bloed bij 1?
1) ja & 2) ja
1) ja & 2) nee
1) nee & 2) ja
1) nee & 2) nee
Van twee verschillende spijsverteringsenzymen (P en Q) staat in de diagrammen het verband tussen de enzymactiviteit en de zuurgraad.
Uit een vergelijking van de twee activiteitscurven en op grond van wat men weet over enzymen en hun werking in ons spijsverteringskanaal kan men afleiden dat waarschijnlijk:
enzym P werkzaam is bij de afbraak van zetmeel in de mond
enzym P in staat is om eiwitten af te breken in de maag
de enzymen P en Q beide werkzaam zijn in de maag
de enzymen P en Q beide werkzaam zijn in de dunne darm
De cellen van deel 3 van de alvleesklier produceren stoffen die worden afgegeven aan haarvaten (2). Wat wordt bij de cellen bij 1 gevormd? Wordt het product of worden de producten van die cellen afgevoerd door buis 4 of door haarvaten 2? En in welke richting?
alvleessap; dit wordt via buis 4 afgevoerd in de richting van de 12-vingerige darm
alvleessap en gal; deze worden via buis 4 afgevoerd in de richting van de 12-vingerige darm
insuline; dit wordt via de haarvaten 2 afgevoerd in de richting van de lever
insuline; dit wordt via buis 4 afgevoerd in de richting van de lever
Om in een mengsel van water, gal, vet en alvleessap vertering te laten optreden en om vervolgens deze vertering ook aan te kunnen tonen, moet men er voor zorgen dat dit mengsel aan het begin van het experiment een bepaalde pH heeft. Na het experiment zal men dan kunnen waarnemen dat de pH veranderd is.
Welke pH zal het mengsel moeten hebben aan het begin van het experiment en hoe zal de pH veranderd zijn na het experiment?
pH aan begin experiment: 2,0 pH aan einde experiment: hoger
pH aan begin experiment: 2,0 pH aan einde experiment: lager
pH aan begin experiment: 8,0 pH aan einde experiment: hoger
pH aan begin experiment: 8,0 pH aan einde experiment: lager
In drie bekerglazen bevindt zich melk. Aan elk van de bekerglazen wordt een oplossing toegevoegd (zie tabel). Het vetgehalte in ieder bekerglas wordt aan het begin van de proef bepaald en eveneens na 3 uur.
Welk of welke uitspraak/uitspraken zijn juist op grond van de resultaten?
De volgende drie typen voedingsstoffen nuttigt een mens: koolhydraten, vitamines, eiwitten, vetten en zouten.
Welke van deze voedingsstoffen kunnen als brandstof dienen?
Komt er bij de vertering van een eiwit water vrij?
En bij de vertering van een vet?
Alleen bij de vertering van een eiwit komt water vrij.
Alleen bij de vertering van een vet komt water vrij.
Bij de vertering van een eiwit en bij de vertering van een vet komt geen water vrij.
Bij de vertering van een eiwit en bij de vertering van een vet komt water vrij.
Vier weefseltypen die bij een mens in de wand van de dunne darm voorkomen zijn: dekweefsel, spierweefsel, steunweefsel en zenuwweefsel.
Welk van deze weefseltypen produceert de enzymen voor het verteringsproces?
dekweefsel
spierweefsel
steunweefsel
zenuwweefsel
In de bijlage vind je de tekst die een aantal jaren geleden in de krant stond.
Waardoor droogt een patiënt met reizigersdiarree snel uit?
doordat bij elke besmetting koorts ontstaat waardoor de patiënt veel vocht verliest door verdamping
doordat de bacteriën water verbruiken zodat voor de patiënt niet meer voldoende beschikbaar is
doordat veel vocht met de ontlasting verloren gaat
Vier processen in het lichaam van de mens zijn:
1 glycogeenvorming in lever en spieren, 2 resorptie van glucose uit de dunne darm in het bloed, 3 vertering van zetmeel in de twaalfvingerige darm, 4 vetafbraak in de lever.
Welk van deze processen wordt door insuline gestimuleerd?
proces 1
proces 2
proces 3
proces 4
Een ongetrainde loper krijgt na enige tijd hardlopen pijn in zijn zij. Opgehoopt gas wordt wel als verklaring voor het ontstaan van deze pijn genoemd. Dit gas wordt door bacteriën gevormd en door het hardlopen hoopt het zich op in een bepaald deel van het spijsverteringskanaal. Normaal wordt het gevormde gas via het bloed afgevoerd. Bij hardlopen is de doorbloeding van het spijsverteringskanaal geringer dan normaal.
Drie delen van het spijsverteringskanaal zijn de dikke darm, de dunne darm en de maag.
In welk deel van het spijsverteringskanaal is de kans op een dergelijke ophoping van gas tijdens het hardlopen het grootst?
in de dikke darm
in de dunne darm
in de maag
twaalfvingerige darm
Iemand eet een stukje gebakken lever.
Welke van de voedingsstoffen eiwitten, koolhydraten en vetten krijgt hij met de gebakken lever binnen?
alleen eiwitten en koolhydraten
alleen eiwitten en vetten
alleen koolhydraten en vetten
eiwitten, koolhydraten en vetten
Vroeger werd insuline verkregen uit alvleesklieren van onder andere slachtvarkens. Het aftappen van vloeistof met insuline uit het lichaam van een levend varken zou een kostbare aangelegenheid zijn met een lage opbrengst. Enkele organen van een varken zijn: alvleesklier, galblaas en lever. Deze organen, die bij varken en mens qua ligging en functie sterk met elkaar overeenkomen, zijn weergegeven in bron 1. Bij de afvoergangen en bloedvaten zijn enkele plaatsen met een * aangegeven.
Uit welke afvoergang of uit welk bloedvat zou men, via aftappen op de met een * aangegeven plaats, per ml vloeistof nog de hoogste opbrengst aan insuline kunnen verkrijgen?
uit de afvoergang van de alvleesklier
uit de galafvoergang
uit de leverader
uit de poortader
Als je poept, gebruik je bepaalde spieren om extra druk te zetten op de darm.
Hoe komt deze druk tot stand?
Doordat de buikspieren zich samentrekken en de middenrifspieren zich ontspannen.
Doordat de middenrifspieren zich samentrekken en de buikspieren zich ontspannen.
Doordat zowel de buikspieren als de middenrifspieren zich ontspannen.
Doordat zowel de buikspieren als de middenrifspieren zich samentrekken.