Biologie oefenen op Biologiepagina, regels verslag

Een biologie verslag schrijven (onderbouw)

Verzorging
  • Begin je biologieverslag met een titelblad, met daarop je naam, klas en titel.
  • Maak een inhoudsopgave en nummer je pagina's
  • Maak duidelijke hoofdstukken en alinea's. Zorg dat onderstaande opbouw van een biologieverslag duidelijk terug is te vinden in je verslag.
  • Stop alles netjes in een mapje
  • Zorg dat je verslag in eigen woorden geschreven is, ook je docent kan overweg met google en websites als scholieren.com....
Titel
  • De titel moet kort en duidelijk aangeven waar de proef over gaat. Dus géén: Biologieverslag
 
Onderzoeksvraag (probleemstelling)
  • Wat wil je precies onderzoeken?
Hypothese (veronderstelling)
  • Maak een hypothese (veronderstelling) voordat je aan een experiment begint: je hypothese is een verwacht antwoord op je onderzoeksvraag.
Werkwijze
  1. Materiaal: Beschrijf het gebruikte materiaal zo nauwkeurig mogelijk. Maak hier een mooie "boodschappenlijst" van.
  2. Methode: De proefopstelling moet nauwkeurig beschreven worden (eventueel tekenen). Beschrijf exact hoe je de proef hebt uitgevoerd. Maak hierbij eventueel ook een tijdsplanning. Iemand anders moet aan de hand van je verslag de proef precies na kunnen doen. Vermeld nooit resultaten in dit hoofdstuk.
Resultaten
  • Hierin vermeld je alleen de waarneming, oftewel je vermeldt alles wat je gezien en gemeten hebt. Je gaat nog geen conclusies trekken uit de gegevens!
  • Vermeld alle meetresultaten netjes in een tabel (Let op grootheden en eenheden).
  • Vat deze samen in een overzichtelijke grafiek. (Afhankelijk van je onderzoek een lijndiagram, staafdiagram of cirkeldiagram). Denk aan de regels van een grafiek.
  • Tekeningen kunnen ook verhelderend zijn (denk aan de tekenregels).
Conclusie
  • Wat is het antwoord op je onderzoeksvraag?
  • Welke conclusies kun je nog meer trekken uit je resultaten?
  • Probeer verklaringen te vinden voor de uitkomsten van je experiment, waar baseer jij je conclusie op? Verwijs ook naar belangrijke resultaten.
  • Was de hypothese juist of niet? Licht dit toe.
Vanaf klas 2 en verder:
Discussie
  • Wat is er fout gegaan bij de uitvoering? Hoe heb je dat opgelost of hoe zou het experiment nog verbeterd kunnen worden? Welke nieuwe problemen ben je tegen gekomen?
  • Vergelijk je eigen resultaten en conclusies met gegevens uit de literatuur.
  • Welke ideeën voor vervolgonderzoek komen in je op?